metamorfose

‘Help eens even, vuurvliegje’, riep de kikker omhoog toen hij het vuurvliegje langs zag vliegen. Het vuurvliegje landde naast de kikker op de waterkant. De kikker zat bij het riet op de kant en probeerde zichzelf in een rood geruite deken te rollen. Maar iedere keer ging de deken weer los en staken de lange poten van de kikker naar buiten. Het vuurvliegje zag dat de kikker bijna met deken en al het water in rolde en vroeg: ‘Wat ben je aan het doen?!’
‘Ik ben een cocon aan het maken’, zei de kikker.
‘Waarom?’ vroeg het vuurvliegje.
‘Ik ga een leeuw worden, denk ik. Of misschien een vos’, zei de kikker.

Het vuurvliegje was stil en keek de kikker niet begrijpend aan.
‘De rups heeft dat laatst ook gedaan. Die ging een tijdje in een cocon en werd een mooie vlinder. Een metamorfose heet dat.’ De kikker probeerde de deken wat strakker aan te trekken en gaf het toen op. ‘Help dan even, als het niet strak zit, dan werkt het niet.’

Het vuurvliegje had zoveel vragen. Ze vroeg zich bijvoorbeeld af waarom de kikker een leeuw wilde worden. Maar de kikker keek nogal ongeduldig.
‘Volgens mij werkt dat niet zo’, zei het vuurvliegje.
‘Welles’, zei de kikker.
‘Nietes’, zei het vuurvliegje.
‘De rups kon het ook’, zei de kikker.
‘Maar jij bent geen rups’, zei het vuurvliegje.
‘Nee’, zei de kikker ‘Maar ik heb het wel eerder gedaan, ook al herinner ik me daar niet zoveel meer van. Ik was een kikkervisje. Bruin met zo’n dikke kop. En ineens had ik poten en werd ik een kikker.’ Hij strekte zijn poten.
‘Ja dat is waar’, zei het vuurvliegje peinzend. ‘En hoe heeft de rups dat dan gedaan?’
‘Dat wist hij niet meer. Jammer he?’, zei de kikker. ‘Maar ik heb gezien dat hij een cocon maakte en daar een hele tijd in ging. En daarna was ‘ie een vlinder. Ik denk dat je alles kan worden wat je wil in zo’n cocon, als je maar graag genoeg wil.’
Het vuurvliegje knikte. Misschien wel ja.
‘Dus help even zodat de deken goed strak zit.’
Het vuurvliegje hielp de kikker om zich in de rollen in de deken en zich te verstoppen in het riet.
De kikker was niet zo goed verstaanbaar door de deken toen hij zei: ’Ik maak me alleen een beetje zorgen over dat ik dan zo lang niet kan eten en drinken. Dat lijkt me best zwaar.’
‘Ja dat lijkt me ook wel zwaar’, zei het vuurvliegje.
‘Wil jij af en toe even kijken of het goed met me gaat?’ vroeg de kikker aarzelend en hij bewoog een beetje in de deken.
‘Tuurlijk’, zei het vuurvliegje ‘Ik kom morgen wel even een broodje ei brengen en een glas limonade.’
‘Fijn’, zei de kikker ‘Dan metamorfoos ik mezelf nu naar een leeuw. Ik zie je morgen.’